Algemeen
Sensorische informatieverwerking is het proces van het opnemen, selecteren en verwerken van zintuiglijke informatie om te kunnen waarnemen, te reageren, te handelen en te beleven. Deze informatie komt uit ons eigen lichaam en uit de omgeving. Door onze ogen, oren, evenwichtsorgaan, spier- en gewrichtsgevoel, reuk, smaak en tast worden prikkels ontvangen en verder verwerkt in ons centraal zenuwstelsel. Dit gebeurt bij ieder mens de gehele dag door, zodat we geïnformeerd blijven en in staat zijn op een goede manier te reageren. De sensorische informatieverwerking vormt de basis van de motoriek, het leervermogen en sociaal-emotioneel functioneren.

Voor welke kinderen?
De problemen zijn vaak verwarrend. Kinderen worden door bepaalde zintuigprikkels opvallend druk of reageren fel en emotioneel op prikkels die wij nauwelijks waarnemen. Zij nemen prikkels te sterk waar, waardoor ze heel gevoelig reageren of de prikkels gaan vermijden. Ook het tegengestelde is mogelijk: kinderen nemen prikkels nauwelijks waar en hebben in vergelijking met andere kinderen meer prikkels nodig om adequaat te kunnen reageren en functioneren. Zij zijn daardoor afwachtend of gaan juist veel prikkels opzoeken. De kinderen kunnen hierdoor wisselvallig zijn in hun gedrag, moeite hebben met aandacht/concentratie en niet stil kunnen zitten. Ze kunnen problemen vertonen als onhandigheid, veel vallen, slechte coördinatie, slecht evenwicht, moeite met aankleden en slordig eten.
Therapie sensorische informatieverwerking
Kinderen met problemen in de sensorische informatieverwerking (S.I.) kunnen niet vertrouwen op de informatie van uit de zintuigen, hoewel de zintuigen zelf in tact zijn.
De activiteiten zijn weinig doelmatig, omdat het ontvangen van informatie en de verwerkingsprocessen niet goed verlopen. Ze kunnen daardoor vaak een activiteit niet blijven volgen en/of volbrengen, omdat veel dingen hun verwarren, afleiden, te erg opwinden of van hun stuk brengen. Kinderen met S.I. problemen hebben veelal een veranderlijke alertheid. Onder alertheid verstaan we de mate van oplettendheid. Doordat hun zintuiglijk informatiesysteem stabiliteit mist, kunnen ze minder goed aangepast reageren, terwijl ze doorgaans over een goede intelligentie beschikken. S.I. therapie richt zich op het belang van een goede integratie van de informatie, verkregen via de verschillende zintuigsystemen, door middel van het aanbieden van doelgerichte en specifieke activiteiten adviezen voor de thuis- en schoolsituatie.
Het doel is verandering aan te brengen in de manier waarop het zenuwstelsel van het kind de sensorische informatie organiseert, zodat het kind beter in staat is tot interactie met de wereld om zich heen.
Interactie houdt o.a. in: omgaan met leeftijdsgenoten, aandacht kunnen richten op een opdracht, zelfverzorging en motorische coördinatie. Verbetering zal dan ook in deze dingen merkbaar moeten worden. De therapie ziet er uit als spel, waarbij het kind zelf een grote inbreng heeft. De activiteiten zijn zo opgezet en ontworpen dat ze de juiste sensorische informatie verschaffen en de daarop passende reactie uitlokken. We gaan uit van het ontwikkelingsniveau van het kind, waarbij de therapeut de individuele doelen bewaakt en bijstuurt.
Tijdens de behandelperiode wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders, de arts en de school. Net als bij een gewone ontwikkeling vergt een verandering van het functioneren van het zenuwstelsel tijd. Het is een ontwikkelingsproces; afhankelijk van de aard van de problemen, de reactie op de behandeling en de participatie van de omgeving, zal het proces kortere of langere tijd in beslag nemen, varierend van 6 tot 9 maanden.